24e (?) Bridge Club Groningen butlertoernooi

De organisatie was de tel een beetje kwijt, maar het eerste toernooi van het district in het nieuwe jaar werd op 4 januari jl. ongeveer voor de 24^e keer gehouden. Toen BC Groningen net als meerdere andere gerenommeerde Groningse bridgeclubs op zeker moment ter ziele ging wegens teruglopend ledenaantal, werd besloten om met de financiële reserves die bij de opheffing over waren het toernooi zo lang mogelijk door te zetten. Organisator Sieger Rinzema begon met het slechte nieuws, het zou de laatste editie worden van het toernooi in zijn huidige vorm. Er was ook goed nieuws; het is de bedoeling dat het toernooi in de toekomst verder gaat onder auspiciën van de drie noordelijke districten. Dat is een uitstekend plan.

Omdat er te elfder ure één afmelding was, waar geen vervanging voor klaarstond, startten 29 paren tegen half elf aan twee zittingen van 21 spellen, met tussendoor een lunchpauze die als altijd uitstekend werd verzorgd door Ria, ditmaal ondersteund door haar dochter omdat vaste assistent Petra de dag ervoor met de fiets onderuit was gegaan en haar enkel op drie plaatsen had gebroken. Beterschap Petra!

Het toernooi werd dankzij een monsterachtig goede tweede zitting met ruime voorsprong gewonnen door Harry Burmania & Richard Winter.

De winnaars Harry Burmania (links) & Richard Winter, met staand op de achtergrond Sieger Rinzema (links) en Foppe Hemminga.

De Top 5:

Uitslagen van butlertoernooien en viertallenwedstijden worden vooral bepaald door de resultaten op grote spellen, dus met name de aanpak en het zitsel bij mogelijke slems en dubbele manches. Dat was zaterdag niet anders. Spel 41 (van de 42) vormt hiervan een treffend voorbeeld:

Aan onze tafel tegen Matthijs Meijer & Jelle Rienstra ging het als volgt: Noord begon het bieden met een mancheforcing 2♣️, zuid 2SA, de ♥️-kleur wordt vastgesteld, en na azen vragen (RKCB) en vragen naar ♥️V wist zuid dat alle vijf azen binnen waren, alsmede ♥️-vrouw en ♦️H, of ♣️H én ♠️H. In het laatste geval zijn er bijna zeker 13 slagen, anders zou het wellicht groot slem op snit zijn. Onder het motto, als we het toernooi nog willen winnen moet er gescoord worden, werd de 7^e eraan geplakt en inderdaad, de ♣️-snit zat goed voor contract.

Op den duur is het niet winnend om groot slem op snit te bieden (50% kans), omdat je meer imps verliest wanneer je down gaat dan wint als je het haalt. Niet kwetsbaar is dat verschil beperkt, kwetsbaar wat groter. Stel nu dat ♣️H inderdaad fout had gezeten, we wisselen bijvoorbeeld ♠️H en ♣️H om in bovenstaand diagram, dan had de einduitslag er heel anders uitgezien:

Tja, een typisch gevalletje ‘as is verbrande turf’.

Spel 12 uit de eerste zitting had vrijwel hetzelfde thema als het spel hierboven:

Wij speelden tegen Evert Benthem & Ad van het Hoenderdal. West (Evert) begon met 1♠️ en Sjaak stak zijn nek uit met een kwetsbare 4♦️. Ad zal met zijn 22 punten het bieden tot dan toe met enige verbazing hebben bekeken. De mannen hebben hun afspraken echter goed op orde, 4SA was gewoon RKCB en het ontbreken van één key-card was voldoende aanleiding om af te stoppen in 6♠️. De vier paren die wel in groot slem zaten werden ook hier onevenredig goed beloond.

Op spel 10 in hetzelfde rondje gingen ook aardig wat imps om.

Het is meestal beter om in de 4-4 fit te zitten dan in de 5-3 fit, omdat je dan eventueel wat losers kwijt kunt op je lengte. Op dit spel zaten de meeste paren in de 5-3 fit schoppen, maar volgens de double dummy analyse maakt het niet, zowel 4♥️ als 4♠️ kunnen worden gemaakt, zowel in noord als zuid. In praktijk bleek dat nog best lastig, want de helft van de manchebieders ging down. Na een ♦️-start moet de leider ♠️V vinden. Bij een andere start heeft de leider het tempo om op de 3^e klaveren ♦️B weg te gooien, maar zelfs dan lukte het niet altijd om tien slagen te halen.

Ik heb tijdens de lunchpauze en na afloop van het spelen geen ronkende verhalen gehoord over mooie speelfiguren als (dubbele) dwangetjes, ingooien of coups, dus heb ik voor de rest van mijn verslag een paar van de vele spelletjes geselecteerd waar handenvol imps van eigenaar verwisselden. Dat begon gelijk op spel 1:

Aan veel tafels zal het bieden ongeveer net zo zijn gegaan als bij ons: noord 1♣️ – pas – 1SA – pas –  3SA – a.p. West moet nu besluiten of het zin heeft om ruiten te starten. Dat kan zomaar in de vork zijn voor de 9^e slag en bovendien is de kans dat partner je nog kan bereiken als de ruiten eenmaal hoog zijn niet al te groot. Aan vijf tafels probeerde west dan ook om iets nuttigs te doen voor partner, door met een hoge kleur te starten. Dat scheelt weliswaar een paar downslagen, maar het contract mag nog steeds niet gemaakt worden, want er zijn maar acht slagen van top. Drie leiders mochten elf slagen maken, twee gingen alsnog down. Ivar Beijl & Engbert Krist hadden 3SA in de noordhand gemanoeuvreerd en toen oost met een kleine klaveren startte waren er negen topslagen. Eigenlijk is dit een prachtig spel voor een biedwedstrijd, want je moet in 5♣️ zien te eindigen. Dat contract gaat ondanks het 4-1 zitsel in troef bij secuur afspel niet down, zelfs niet als oost met ♦️A start en ruiten naspeelt, getroefd in noord. De leider vervolgt met ♣️H, oost houdt ♣️A een keertje op, ♣️B gepakt en ruiten door, getroefd in noord. Omdat oost voortdurend moet bekennen, kan de leider in beide hoge kleuren drie slagen meenemen, eindigend in noord en zit dan in slag 12 nog met ♣️V8 achter ♣️97.

Spel 14 was tamelijk wreed. Ondanks de 6-5 fit in klaveren is 5♣️ down omdat ♣️H fout zit, terwijl 3SA in OW gehaald wordt, omdat je in praktijk in alle overige kleuren een dubbele stop hebt. Vier OW-paren maakten de juiste keuze, één paar kwam met de schrik vrij in 5♣️, omdat de verdediging verzuimde om na ♠️A ook ♦️A mee te nemen, de rest moest een minscore noteren.

We hadden al aardig wat slems tegen ons gehad, maar op spel 23 zaten we een keertje in de goede richting. Ik opende de zuidhand met 1♠️, west 4♣️, Sjaak 4♠️, oost 5♣️. Als de maat kwetsbaar 4♠️ kan bieden, moet zes in de buurt zijn. Het zou zelfs nog groot slem kunnen zijn, maar dat is met goed fatsoen niet meer uit te zoeken, 6♠️ dus. Na ♣️A-start, getroefd, zijn er inderdaad dertien slagen. Oversteken met troef, op ♣️H een kleine harten weg en alle troeven afdraaien. Als de laatste troef wordt gespeeld, kan oost niet ♥️A en de 4-kaart ruiten vasthouden, +1. Als je ♥️-start voor ♥️A krijgt, is het nog wel even billen knijpen, maar gelukkig moet west op de 2^e harten nog bekennen. Ook dit slem werd minder dan de helft van de keren geboden, dus de beloning was 10 imps.

Op spel 24 konden OW double dummy eigenlijk geen manche halen, maar het lukte vijf leiders om 3SA binnen te slepen. Stel, het bieden gaat: west 1♥️ – 2♠️ – 3SA – a.p. Zuid zal uitkomen met schoppen, die de leider een rondje kan bukken, schoppen door gepakt en ♣️4 uit oost. Als zuid argeloos een kleintje legt moet de leider ♣️8 spelen, die de slag maakt. Nu zijn er plotseling maakkansen. Daarvoor moet eerst de entree in noord onschadelijk gemaakt worden, voordat je van slag gaat in klaveren. ♦️H, gebukt door noord, de tweede ruiten in arren moede genomen. Schoppen door heeft geen zin, dus noord kan nu het beste ♥️V naspelen, gedoken, ♥️7 genomen met ♥️A. Dit zijn de resterende kaarten:

NZ hebben tot nu toe drie slagen gemaakt en met een ♥️-slag en een ♣️-slag in het verschiet lijkt het contract nog steeds down, of toch niet? Met ♦️V overgestoken naar de hand, zuid kan ♠️V nog missen, en op ♠️A moet zuid ♥️B laten gaan, in west gaat ♣️3 weg. Nu volgt een kleine klaveren uit oost, ♣️B, ♣️A. De leider vervolgt met ♥️8 uit west, voor ♥️H van zuid. Deze is nu ingegooid en moet klaveren in de vork spelen voor 3SAC. Toch nog een fraaie speelfiguur aan het eind van dit verslag, maar of het aan een van de tafels werkelijk zo is gegaan?

De sfeer in het Denksportcentrum was prima, wedstrijdleider Foppe Hemminga had een rustige dag, dus hopelijk volgend jaar een succesvolle doorstart op driedistrictenniveau!

© Henk van Doren, 6 januari 2025